India, rijkdom en overvloed: untill we meet again
Daar zit ze dan. Om 3u sochtends op het vliegveld. Klaar. Done. Schoenen om haar voeten. Dikke trui in haar tas. De reis terug naar het gewone leven ligt weer voor haar. Aan alle goede dingen komt
een eind, maar het gevoel wat ze bij zich draagt is niet eindig. Inspirerend was het tot nu toe altijd. Spannend en avontuurlijk ook. Rijk ook. Maar zo enorm perfect op alle mogelijke manieren was
het nog niet eerder.
Ik dacht dat perfectie niet bestond, of op zijn minst een heel stom iets was. Maar ik neem het terug. Het bestaat. Het is hier. Overvloed. Als het omschreven moet worden, dan komt overvloed het
dichtste bij. Oh mijn god India. Hoe krijg je het voor elkaar?
Hampi. Daar waren we. Ik had al uitgelegd dat ik op een uberbijzondere plek was beland. Het hostel met het matrasje onder de blote sterrenhemel, de te fijne vibe door de mega-open medebewoners én
de mega-warme Indiërs (het personeel). Soms valt alles op zijn plek. Dat begon daar in Hampi. Als ik sochtends van m'n hemelbedje af stapje en richting het restaurant liep, werd ik steevast begroet
met meerdere "Hello Anna, did you sleep well?". Eerst door t personeel en vervolgens door m'n backpackende buren. Ik hoefde maar aan een lege tafel te gaan zitten en ik wist dat alle stoelen er
omheen 10 min later vol zouden zitten, iedereen schoof bij elkaar aan met als gevolg dat je elkaar na een paar dagen allemaal kende. Wauw. Hostels en dorms zijn bijna altijd fijn maar deze staat
echt met stip op 1 qua warmte en welkom voelen. Het belangrijkste wat het hostel met me deed, is me totaal tot rust brengen. De laatste vier dagen in Hampi heb ik niks anders gedaan dan op m'n luie
reet gehangen, gegeten en 1200 keer de vraag "whats your plan today" gesteld en zelf steeds beantwoord met "nothing really". En ik was niet alleen. Hooguit een yogalesje in de tuin van t hostel,
met dank aan de 23jarige Arthur uit Utah, hooguit een koffietje ergens aan het water, een ritje naar the lake om me te wassen, filmpje bij de buren of een kampvuur in de bergen. Geen boeken. Geen
telefoon. Alleen maar hangen. En iedere avond de sunset zien vanaf weer een andere rots, samen met anderen of alleen, zingend of mediterend in stilte, zijn. Mijn partner in zijn was Rod, m'n
Australische mate die net zo goed niks kon als ik. Gesprekken over alles. Ook met anderen. Onderwerpen die je thuis ook wilt bespreken maar waar je niet aan toekomt door zogenaamde belangrijke
andere dingen. Vooral heel veel talks over het leven en de liefde. Relaties. Urenlang. Space. A whole lot of space. And space is good. Ook zinloze gesprekken natuurlijk, ook belangrijk. En
spelletjes. Wie het langst niet kon douchen. Ik won. Al had ik wel de regels aangepast. Je haren wassen in the lake geldt niet als douche vond ik. "This is not the Anna-wins-game", zei m'n vriend
Rod heel terecht :)
Mijn encounters met de Indiase man bleven bijzonder. Zo ging ik een stukje achterop de motor bij n ventje van een jaar of 15. Halverwege de rit kwam hij wel heel dicht met zijn billetjes naar
achter geschoven. Heeeel sneaky. Na iedere hobbel in de weg kwam hij een halve centimeter dichterbij mij met z'n billetjes. Eerst dacht ik nog dat ik t me inbeeldde. Het kind was nog een kind! Maar
toen hij bijna op mijn schoot zat, werd het tijd om actie te ondernemen. Lang leven the funnypack, je weet wel, zon uberlelijk heuptasje. Uiterst functioneel in dergelijke situaties. Toen hij me
afzette op bestemming was ik niet degene die dankjewel zei, maar hij. Wat een feest voor hem om mij zo onzedelijk te betasten met z'n kleine kinderbilletjes.
Nadat ik met Lyn, Aubrey en Marianne door de tempeltuinen was gekropen om overal hand- en hoofdstanden te doen, zat er ofwel een splinter ofwel een steentje in m'n voet. In Goa was het me ook al
overkomen maar daar had ik dokter Shauna die hem operatief verwijderde (I love surgeries!). Nu moest ik zelf aan de bak. Maar zonder een naald ben je nergens en m'n pincet was te groot. En dus
moest ik de hort op. Geen naalden te bekennen in dat hele ellendige dorp niet. Dan maar wat creatiever. Ik vond een Indiase jonge dude die zijn veiligheidsspeld wel af wilde staan (voor even dan,
want zijn broek zakte af zonder dat ding). Ik hield de speld in een vlam (dank mam dat je me zulke briljante trucs hebt geleerd die in dergelijke onhygiënische situaties rete-handig zijn), peuterde
me scheel maar helaas. Ik liep het leerwinkeltje binnen aan de overkant, met de gedachte dat als je goed bent in het stikken van leer, je vast ook wel wat kunt met voetzolen en splinters. "Have a
seat", zei m'n vriend. Trots zei hij dat hij heel goed was met naalden dus dat hij dit wel even zou fixen. Hij haalde een naald tevoorschijn, bevuilde hem met z'n vieze smerige zwarte vingers en
wilde al aan de operatie beginnen. Ik kreeg hem niet uitgelegd dat hij die naald moest ontsmetten. Toen ik t uiteindelijk deed, presteerde hij t steeds om die naald dan toch weer vast te pakken
voordat ie m'n voet inging. Nou ja, loslaten, overgeven, ik was er heel goed in geworden tijdens de Retreat, dus laat maar gaan. "No splinter!". Ik dacht het toch echt wel vriend, maar goed, dan
maar in m'n voet laten zitten want vandaag ging hij er niet uitkomen. Toen ik de veiligheidsspeld terug ging geven aan die andere kerel, keek hij naar de punt, die door het aansteken natuurlijk
zwart was geworden en hij zei: "Dirty!" Mijn hemel. Hij snapte er ook geen snars van en ik moest alleen maar heel hard lachen terwijl ik tevergeefs probeerde uit te leggen dat hij juíst schoon was.
Anyway, de splinter zit nog in m'n voet, is niet ontstoken geraakt, en iedereen die nog een poging wil wagen is welkom. Maar als dit het begrip is van hygiene en ontsmetten, dan voel ik hard mee
met een van m'n vrienden die hier in het ziekenhuis belandde met Dengue Fever. Zouden ze zijn infuusnaald wel ontsmet hebben?
Verder deed ik dus niet zoveel. Genoot vooral van het feit dat ik ineens zo goed niks kon doen en gaf mezelf en de mensen om me heen de hele tijd knuffels en een touch of love (leg ik zo uit) omdat
het zo goed en knap is als het je lukt om je tijd volledig te verspillen en er zo van te genieten. Ik schrok een beetje toen ik me bedacht dat t zeker een jaar geleden was dat ik echt níks had
gedaan. Werk aan de winkel en oefening baart kunst dus wat kon ik anders doen dan blijven niks doen? Eigenlijk was ik gewoon de hele dag high, natural high. Dat ik om me heen keek, en moest huilen
omdat ik het gras zo prachtig groen vond. En dan de hele dag door zulke highs. Om alles. Echt om alles, niet te doen! Een mooie vogel. De warmte van de stenen. Een glimlach van een verkoopster. En
"hello how are you miss" van welke random stranger dan ook. Gewoon alles prachtig vinden. Overal cadeautjes om me heen. Op een avond keken we m'n favoriete film "Into the wild" en huilde ik (niet
alleen ik trouwens) tranen met tuiten. Toen ik de volgende dag "The Lion King" ging kijken, had ik een beetje verwacht dat ik alleen zou zijn. Maar nee hoor, alle stoere mannen van het hostel
sloten aan. Zat ik daar, als enige vrouw met die kerels om me heen. Baarden, dreadlocks en heel veel spieren. En tranen toen Mufasa doodging. Zoals ik op Facebook ook al schreef: ik geloof niet dat
ik eerder zo gelukkig was. Briljant.
Op de laatste avond hadden Rod en Magnus takken verzameld om bovenop de rotsen een kampvuur te houden. Met 20 man en een heleboel iPhones met zaklamp beklommen we de top van "ons Hampi". Eerst een
gebedje voor onze vriend, die we kort daarvoor hallucinerend en overkoortsig naar het ziekenhuis hadden moeten brengen, waar dus bleek dat hij Dengue had. En echt, dat wil je niet hebben op een
plek zoals Hampi, waar het ziekenhuis blijkbaar de broedplek is voor muggen en de wc versierd is met poep. And it could have been anyone of us, een muggenbeet is genoeg om je weken ziek te laten
zijn want er is niets dat je kunt doen behalve uitzieken en aan een infuus hangen om te voorkomen dat je uitdroogt. Dus even stilstaan weer bij je eigen gezondheid. Daarna opperde om m'n nieuwe
detoxende hobby gezamenlijk uit te voeren: ritueel verbranden van dat wat we niet meer bij ons willen hebben (yes I know, ik kan er geen genoeg van krijgen). Met genoegen zagen we onze nare
herinneringen en emoties in het vuur wegknapperen. Tijd voor wat leuks! De knapste man op de wereld, Cole uit California, toverde zijn yukalele uit zijn rugzak en het festijn kon beginnen. Ik mocht
los. Eerst nog even serieus met lovesongs maar lang duurde deze volwassen geliederen niet. De meest debiele waardeloze teksten kwamen uit mijn mond en samen met Cole en Mister Rhymotology bedachten
we een briljant lied over "Monkey Love". Ik piste echt in m'n broek van het lachen en rolde bijna van de rotsen af. Wat is het toch heerlijk om je zo schandalig kinderachtig en dom te gedragen af
en toe. Niet heel veel later piste ik echt in m'n broek trouwens, toen ik, euforisch over het feit dat ik eindelijk voor het eerst tijdens deze trip echt buiten in de natuur kon plassen (dat kan
normaal echt niet met die nosy Indiërs around), even vergat dat mijn Ali Baba broek echt lang en breed op de grond hing terwijl ik me in hurkzit volledig liet gaan. Toch handig dan, zon kampvuur om
te drogen...
Op de een na laatste dag had Arthur me blijkbaar goed te pakken met zijn yogales vol met hartopeners. Met zijn 12en lagen we sochtends te zweten op zijn asanas en niet heel veel later voelde ik het
al: een open hart, veeeel te veel liefde waar ik geen kant mee op kon en de behoefte om sentimenteel te doen. Ik ben daar echt goed in aan het worden joh echt een natte dweil. Maar wat anders kon
ik doen dan mijn dankbaarheid herhaaldelijk uitspreken. Aan iedereen die iets voor me betekende. We waren inmiddels een soort van familie geworden. Rod en ik als papa en mama van het stel, de
Israëlische tante Leor, knappe ome Cole, tante Kirstie uit Engeland, uncle Arthur en Chileense neef Sebastián en last but not least onze twee kindjes Magnus (Deens, 23 jaar) en Max (Engels, 21). En
de 5 honden natuurlijk niet te vergeten. Maar ik kreeg het ze gewoon niet uitgelegd, hoe blij ik met ze was. Dan maar "een touch of love". Die behoeft uitleg dus. Vriendin Shauna had in Goa een
tantra-meditatie gedaan, waarbij ze allerlei oefeningen hadden gedaan om tot liefde voor haar (onbekende!) partner te komen. Touches of love op handen, voeten en elkaars hart. So good so far. De
sessie eindigde met een touch of love op een speciale plek, "cause the sex also needs a touch of love". De sex, als in het genitale gebied. Offcours. Shauna had zich wel laten betasten maar had
haar grens getrokken bij het betasten van de sex van haar partner. Ik zei het eerder al: Spiritueel Disneyland, je vindt het allemaal in Goa. Goed verhaal vonden we allemaal tijdens de Retreat en
"the touch of love" werd direct toegevoegd aan mijn woordenboek. De touch of love die ik mijn familie in Hampi gaf, was zoals jullie begrijpen uiterst onschuldig. Handen, voeten en hoofden en
enorme knuffels. Ik probeerde ook mijn dankbaarheid uit te spreken aan de hostel eigenaresse, een hele stoere grote vrouw met een enorme waffel, Indiaas van afkomst maar totaal westers in haar
gedrag. Een heel goed target voor mijn grattitude-verhaal vond ik, zeker omdat het mede door haar kwam dat wij met zijn allen zo hippie-gelukkig zaten te zijn op haar property. Maar het enige wat
zij lachend bleef herhalen was: "fuck you Anna". :-))
Anyway, na 8 fenomenale dagen in Hampi was de tijd gekomen om afscheid te nemen. Jullie snappen na bovenstaand zoet en zwijmelig verhaal wel dat dat niet meeviel. Maar ik omarmde alles maar weer
zoals het kwam en zag vooral hoe fijn het allemaal was. Dikke zoenen en dikke knuffels, alles uitstellend tot de laatste minuut. Ik moest namelijk aan de andere kant van de rivier gaan slapen omdat
ik sochtends om 6.30 de trein in moest maar de boot pas rond 7.00 zou gaan varen.
Met frisse tegenzin stond ik mijn hemelbed af aan iemand anders en verliet ik mijn paradijs. Gelukkig niet alleen, Rod ging mee om me gezelschap te houden aan de andere kant. Nog een sunset
meepakken vanaf de tempel, weemoedig luisterend naar de klanken van Kodaline en nog een blessing in de tempel ter afsluiting. Ik vertelde jullie eerder al over Lakshmi, de tempelolifant die elke
ochtend een bad neemt in de rivier. Lakshmi is ook opgeleid om mensen te zegenen. Simpelweg betekent het dat ze haar afgericht hebben om geld aan te nemen met haar slurf, haar slurf dan op je hoofd
te leggen en hier vet veel geld mee binnen te slepen. Toeristisch als ik ben aangelegd kon ik deze attractie natuurlijk niet overslaan. Eerst met 10 Rupiah (14 cent), en daarna nog eens met een
muntje van 2 Rupiah (3 cent). Lakshmi pakte het muntje van me aan, gaf het aan dr verzorger, die het vervolgens aan me teruggaf. "Nou, das zo weinig, dat hóeven we niet eens". Rod ging stuk. Vuile
Nederlander dat ik ben. Anyway, ik heb inmiddels een ketting met een gezegend muntje van Lakshmi eraan :-)
Tijd om een bed op te zoeken. Ik was sochtends al overgestoken om een slaapplek te vinden. Aangezien het motto Cheap = Cool is, moest het vooral gratis zijn als het even kon. En jawel hoor, meteen
raak bij t eerste restaurant: ja hoor, je mag hier wel op de grond slapen. Hell yeah! Ik weet ook wel dat t nergens op slaat dat ik dit wil en doe, maar er zit gewoon ergens een stukje DNA scheef
dat ervoor zorgt dat ik gewoon de grenzen van comfort en discomfort op wil zoeken. Toen we savonds om 22u aanklopten bij m'n slaapplek, moest ik zeggen dat ik wel heel blij was dat ik Rod bij me
had, aangezien het mannelijke personeel van t restaurant er óók op de vloer zou liggen. En om daar nou als westerse vrouw tussen de Indische mannen te gaan liggen. Mwoah. Goed gezelschap dus om op
een minimatje tussen de muggen neer te strijken. Serieus, het sliep helemaal ruk natuurlijk en we deden geen oog dicht. Maar het was wel weer een mooi avontuur.
De volgende dag ging ik om 5u in m'n eentje weer op pad. Nadat de Riksja chauf onder geen enkele voorwaarde weg te krijgen was terwijl ik me aan stond te kleden in te restaurant. Weet je wat het
is, ze kunnen er echt niks aan doen geloof ik. They just cant help it! Ze weten gewoon echt niet dat het niet kan. Maar goed, het was donker dus ik denk niet dat hij wat gezien heeft, maar indien
wel, dan hoop ik dat hij t prachtig vond... Op naar het treinstation van Hospet, vanwaar ik dan eindelijk de grote droom uit ging laten komen. De trein in, in India.
Na een koude rit in de riksja kwam ik om 6u sochtends aan bij het treinstation in Hospet. Wat een bende. De aankomsthal lag vol met slapende Indiërs maar als je had gezegd dat ze met gifgas
vermoord waren, had ik het ook geloofd. Toch maar even een foto maken van de lijken. Ik zetelde me naast het spoor en trof een Duits meisje die op het station sliep totdat de bootjes in Hampi weer
zouden gaan varen. Ook slim. Toen ik mijn treinticket kocht, kon de verkoper me niet zoveel vertellen over de trein. Er zijn veel verschillende klasses in Indiase treinen. Je wordt geadviseerd om
in ieder geval de AC treinen te nemen omdat je dan nog redelijk schoon zit. Maar ik wist niet wat hij voor me had geboekt. Toen mijn trein binnen kwam rijden moest het Duitse meisje heel hard
lachen: "Is this your train? Really?". Het viel reuze mee, maar ik was wel de enige blanke in mijn coupe. Ik had geen zitplaats dus wist niet zo goed wat ik moest of mocht. De mannen staarden me
als vanouds aan en keken nieuwsgierig hoe ik m'n plek vond. De plekken naast het raam waren allemaal vol. De bagagerekken echter, daar was wel ruimte. En als als die tassen er op passen, dan kan ik
er ook wel liggen. En zo geschiedde. Ik kon een lekker uiltje knappen (oh my god waar komt die debiele uitdrukking ineens vandaan?). Soms werd ik wakker van een hand, die het westerse blanke
lichaam even kort verkende door mijn knie of voet aan te raken. Ach, als je het ziet als een touch of love, dan is dat helemaal niet erg. De trein was niet heel anders dan in andere armere landen.
Wat wel nieuw was voor mij waren de travestieten die klappend door de trein liepen en om geld vroegen (en kregen!). Snapte er niks van!! Tegenover me zat een mannetje te studeren. MBA methodologie
and communication. Moest al bijna spugen toen ik dat woord zag staan. Maar wel heel cool hoe gedreven hij echt UREN zat te studeren. Hij sprak een beetje Engels dus met hem kon ik kletsen. Verder
overigens met niemand. Geen woord Engels. Dus glimlachte ik vooral naar het gezinnetje naast me. Mama glimlachte soms terug maar papa en de kids niet hoor. Jammer. Geen contact dus. Dan maar heel
veel Chai Tea drinken en grappen maken met de verkopers die iedere 5 min zingend door de trein raceten ("Masala Chai Coffee Chai!"). We stopten bij meerdere stations waar mensen uit konden stappen
om even wat te eten te halen. Door het raam heen kreeg ik een halfje Chai cadeau van een hele leuke verkoper. Glimlach. De wc in de trein was wel eeeecht ranzig. Poep op de bril en de grond. Maar
als je moet dan moet je. Een beetje yoga om de poep heen en dat gaat prima. What else can you do? Oh ja en uit de deur hangen natuurlijk! De deuren van de trein zijn er uit, dus kun je tijdens de
rit naar buiten hangen. Heel cool. Al is het wel raar als een westerse vrouw dat doet blijkbaar, maar ja, alles wat ik doe is het bekijken waard voor hun. Geloof dat ik er inmiddels aan gewend ben.
Ik hou afstand en soms probeer ik contact te maken als ik voel dat iemand niet dodgy en eng naar me kijkt. Met een beetje geluk heb je dan ook echt even leuk contact. Dat zijn echt de gouden
momenten van de dag. Daarom ben ik hier. Ik laad en leef er helemaal van op. De tralies langs de ramen kun je ook omhoog trekken en dus kun je ook uit het raam hangen. Heb ik na m'n dutje uren
gedaan. Zo mooi om India voorbij te zien glijden. Een van die tralies viel ineens naar beneden en een kind zat er met z'n vingers tussen. Janken! De halve trein liep uit om te kijken, iedereen
bemoeide zich ermee. Tubes crèmes kwamen uit de tassen, flessen water, het kind werd door de gemeenschap gered. Best wel tof. Ik had trouwens best nog wel even moeite met het uitvogelen waar ik de
trein uit moest. Doordat er maar 1 spoor was op een bepaald stuk, stonden we zeker een uur vast op een station, te wachten op de tegemoet komende trein die moest passeren. En we waren al vertraagd.
Ik wist alleen dat ik op Margao uit moest stappen en officieel zou dat om 13u zijn geweest. Ik zag uit mijn raam geen bordjes op de stations, ik had echt geen idee waar we waren. En aangezien mijn
Engels-sprekende student MBA al lang uitgestapt was, moest ik het doen met de papa de geen contact wilde maken. Bij ieder station vroeg ik dus maar weer: "This is Margao?". Waarop een steevast
onaardig "No" volgde. Om 16u kreeg ik t benauwd maar uiteindelijk zei iemand anders tegen me: "Next station Margao!". Fieuw. Thanks dude, for saving my journey.
Eenmaal daar vond ik al snel 2 heerlijke Engelse gastjes van 18 jaar die ook mee de lokale bussen in wilden hobbelen richting Goa. Fijn! Zeker na de woorden: "Youre from Amsterdam? I fucking love
Amsterdam. I fucking love your airport. And I fucking love your dubbeldecked trains!" Haha jij mag naast mij zitten vriend! Geen banken en fauteuils in deze bussen zoals in Mumbai, maar gewone
stoelen. De bussen hebben trouwens een indeling hier. Gehandicapten voorin. Dan de vrouwen. Dan de oude mensen. En dan de gewone mensen. Ik adviseerde m'n vrienden om helemaal voorin te zitten.
Konden ze wel waarderen. Wat Samosas op de busstations om in leven te blijven en vrolijke gesprekken in de bussen. Je leert elkaar zo snel kennen, echt te gek. Deze twee heren waren bijna
verwikkeld geraakt in diamantsmokkel :) we spraken over wederom de liefde en spiritualiteit en ze lazen mijn hand (want ze dachten dat ze dat beter konden dan de astrologen hier :)). Het resultaat:
"Je zult veel liefdes hebben in 2014. Je zult veel harten breken. De mannen gaan huilen, meer dan je ooit hebt gezien." Prachtig, ik doe het ervoor ;) na drie bussen samen namen we afscheid. Zij
gingen richting partystrand, drugs gebruiken en zich lam zuipen. En ik natuuuurlijk niet! Zo volwassen joh, ik ging terug naar m'n hippie vrienden in Arambol.
Maar niet voordat ik een intense zoektocht ondernam om ene kerel genaamd "Rama Krishna" te vinden. Ik had van Andrew van de Mandala gehoord dat deze beste man parfum voor je maakt. Hij zet je op
een stoel, kijkt naar je en creëert dan wat. Ik was hier achter gekomen nadat ik echt iedere dag weer tegen Andrew zei dat het zo lekker rook in t kantoor. Nou dat was Andrew dus en dat kwam dus
door Rama Krischna. Nou, dat wilde ik ook. Maar RK was nergens te vinden. 12 keer "Dont know", 1 keer de verkeerde kant op en dus gaf ik t na een half uur zoeken en struinen op. En terwijl ik in n
Riksja stapte, riep er ineens een gast met een bandana-kraampje naar me of ik iets wilde. Ik riep terug: "No but do you know Rama Krishna?". "Yes! He is my brother! Right there!". Ja hoor, zul je
altijd zien! 20 meter verderop vond ik Rama. En 5 minuten later rook ik lekkerder dan ever. Vond m'n riksja driver Baba ook, die snuffelde maar wat graag.
Goed. Op naar het thuisfront! Ik zat al helemaal excited in de riksja te shinen, dat ik m'n vrienden weer zou zien. Ik zat mezelf ook uit te lachen hoor, dat ik zo blij werd van t vooruitzicht om
mensen terug te zien die ik 2 weken geleden nog niet eens kende :) wat is dat toch een interessant concept, vriendschap. En hoe kunnen die tijdelijke contacten hier zo intens en waardevol zijn, hoe
komt dat? Jai had me uitgenodigd om hem op te zoeken bij Mandala, en aangezien de bedjes bij m'n andere vrienden in hun guesthouses allemaal bezet waren, leek me dat een heel puik plan. Dus om 18u
werd ik heeeeel hartelijk welkom back geheten door t personeel van de Mandala. Dikke knuffels, heel gemeend. Jeetje wauw thanks. Ontvangen An. Samen met Jai toog ik richting de rest van onze
vrienden en na een lekker maaltje eindigde ik met hem bij een klassiek Indiaas stilte concert bij Mandala. Ahhh. Vriendin Leigh lag er ook en ik dook bijna bovenop haar toen we elkaar ontdekten.
Leigh is een Amerikaanse vrouw van in de 50, Amerikaanser dan haar kán niet (incl facelift en de tientallen "oh my god's"), maar zon bijzonder mens! Ze vroeg me hoe het ging en zei direct daarna:
"You dont have to answer, wauw Anna, you are glowing darling, whats going on, what happened?". Precies wat Jai ook al zei toen hij me zag. What happened? Nou ja ik ben gewoon heel erg intens blij
met alles. Ik vind het leven prachtig, mijn leven vooral en dit land blijft maar geven geven geven. Ik denk dat ik daarvan ga glanzen. Heerlijke avond. Heel bijzonder weer.
De volgende dag, de laatste dag! "The beach is calling love", zei Jai bij t wakker worden en samen togen we bij zonsopkomst naar ons strand. En wat doen hippies dan? Die trekken alles uit en duiken
in het water om als twee kleine kinderen in alle golven te duiken en nog gelukkiger te worden dan ze al waren. Om vervolgens samen te mediteren op het strand maar ik mediteerde niet. Ik liep alleen
maar eindeloos te herhalen waar ik allemaal dankbaar voor ben. Dat de zon opkomt. Iedere dag. Dat ik kan zwemmen. Dat het water voelt als zijde. Dat ik hier ben. Alles gewoon. Jai laat me achter om
te gaan werken en ik stort me vol overgave in mijn voorlopig laatste dag hier. Ik wandel uren over het strand, gewoon alleen, muziek in m'n oren, verder niks. Ik kijk nog een keer hoe de zon de zee
in zakt en een touch down maakt. Klets met Leigh over de grote keuzes des leven. Wat India ons heeft gebracht. "Oh my god oh my god Anna! The award for the most transformative trip goes to you
honey!!!" :) ik eindig de dag met Jai bij een vaag Russisch restaurant waar een fenomenaal goed Frans jazzbandje optreedt. Jai kent half Goa en binnen no time sta ik met weer 8 nieuwe vrienden te
dansen, in onze jurkjes, op blote voeten, tegen elkaar aan alsof ook deze mensen al jaren in m'n leven zijn. Bizar toch? M'n laatste avond. Wind door m'n beach-haren. Glimlachende mensen om me
heen. Wat een wereld. Ik heb niet meer nodig dan dit.
Een paar uur later. Om 1u sochtends stap ik weer in een riksja. Jai zegent me ter afscheid met een bloemenkrans. Die gast geeft ook alleen maar. Thanks lief, until we meet again. Until we all meet
again!
Mijn vlucht is vertraagd maar om 5u bestijg ik de trap van een vliegtuig dat wel wat onderhoud kan gebruiken. De vleugels zijn als lappendekens, stukken aan elkaar geschroefd. De vloerbedekking
heeft kale plekken. Mijn stoel is nat. Nou lekker dan. Tsja het geluk moet een keer ophouden zou je denken? Misschien stort dit ding wel neer. Overgeven An. Een uur later sta ik alweer veilig op de
grond van Bangalore. Waar iedereen die ik spreek me echt zó lief aankijkt en vraagt hoe ik aan de bloemenkrans kom. De security guy. De grondsteward. De beveiligingsbeambte. De schoonmaakster op de
wc. De stewardessen aan boord. Fuck het kastensysteem, ik praat met iedereen. Leuk cadeautje deze krans. Wat is iedereen lief! And on top of all of that lukt het de steward niet om mijn
boardingpass te scannen. Hij krabbelt wat op m'n boardingpass. "You are on seat 6A now miss". Ik kijk hem verbaasd aan, loop de slurf in en lees in zijn gekrabbel "business class". Wtf. Tranen
springen in m'n ogen. Wat ís dit voor land? India! Kappen nu! Ik heb echt meer dan genoeg ontvangen! Echt! Meer dan goed voor me is! Kappen!
Na een fenomenaal ontbijt hap ik de cheesecake in mini-bites weg. Ik absorbeer iedere suikerkorrel. Als ik nu niet meer shine weet ik het ook niet meer. Ik laat me zakken in m'n bed boven de wolken
terwijl ik de stoelmassage aan zet en mijn ogen sluit. It wont get any better than this darling, it cant. Wat is er veel gebeurd in de afgelopen 365 dagen. Vorig jaar was alles anders. Wat ben ik
blij dat alles nu anders is. Dat ik keuzes heb durven maken die doodeng waren maar daardoor nu ben waar ik ben. Alle intenties zijn de afgelopen vijf weken vervuld. Overdreven overvloedig zelfs.
Life starts at the end of your comfort zone. Everyday again.
India. Till we meet again...
Om shanti.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}